'Toon mij uw boekenkast en ik zal u zeggen wie u bent.' Als het mogelijk is dat iemands boekencollectie inzicht verschaft in diens persoonlijkheid, dan is dokter Everhardus de Marcq (1728-vóór 1771) uit 's-Hertogenbosch waarschijnlijk een van de best gedocumenteerde Bossche personen uit de achttiende eeuw. De inhoud van zijn bibliotheek werd in juni 1761 in het openbaar geveild door Jacobus Palier, boekhandelaar op de Markt. De inventaris die toen werd opgemaakt biedt een brede kijk op de boekenverzameling van de Bossche geneesheer en zijn familie, die niet alleen voor stedelijke, maar zelfs landelijke begrippen zeer omvangrijk was. Het onderzoek naar de historische leescultuur is in Nederland lang achtergebleven bij de ons omringende landen, en staat volgens sommigen nog in de kinderschoenen.1 In de achttiende eeuw steeg het boekenaanbod sterk. In de Republiek der Verenigde Nederlanden verdubbelde het aanbod van gedrukte titels in de loop van de eeuw.2 De toename van het aanbod leidde ook tot toename van het particulier boekenbezit. Boeken waren te koop in de boekhandels, en soms op boeken-veilingen.3 Daarnaast werden ook veel boeken geleend en geschonken.4 Boedelinventarissen zijn een belangrijke bron voor het onderzoek naar particulier boekenbezit. Een boedelinventaris kon om verschillende redenen worden opgemaakt. Vaak speelde het belang van minderjarige kinderen een rol, maar soms ook dat van schuldeisers (zoals de overheid). Boedelinventarissen kunnen worden gebruikt om het particulier boekenbezit te reconstrueren.5 In ongeveer 30% van de laat-achttiende-eeuwse boedels in 's-Hertogenbosch wordt melding gemaakt van boeken.6 Het is natuurlijk de vraag in hoeverre het bezit van boeken werkelijk iets zegt over het leesgedrag van de eigenaar.7 Een boekencollectie was voor de hogere klassen immers ook een status-symbool, en van sommige boeken, zoals de bijbel, werd het bezit in bepaalde kringen zelfs min of meer verplicht beschouwd. Toch was lezen in de achttiende eeuw zowel een leerzaam als aangenaam tijdverdrijf.8 Er werd ook veel voorgelezen, met name gedichten en toneelstukken.9 Regerende klasseEverhardus de Marcq werd op 5 maart 1728 gedoopt in de Grote Kerk (de Sint-Janskathedraal) te 's-Herto-genbosch. Hij was de zoon van Theodorus de Marcq M.D., stadsgeneesheer, en zijn vrouw, Catharina Adriana Buijster. De grootvader van Theodorus vestigde zich omstreeks 1657 in Gouda.10 Grootvader en vader waren beiden houder van een Franse kostschool, respectievelijk in Gouda en Utrecht. Een broer van de dokter, Leonard de Marcq, werd in 1717 benoemd tot secretaris van Oirschot, en in diens kielzog 'emigreerden' vrijwel alle broers en zusters De Marcq naar Staats-Brabant.11 Een andere broer, Mr. Jean de Marcq, werd drossaard van Oirschot. Hij werd in 1735 vermoord.12 In 's-Hertogenbosch wist Theodorus de Marcq door te dringen tot de regerende klasse. De Bossche regenten | 1 | ||||||
vormden een select gezelschap, waartoe alleen gereformeerde nieuwkomers konden toetreden.13 In 1743, 1747 en 1755 was dokter De Marcq sr. lid van de schepenbank. Daarnaast was hij ook postmeester, een van de lucratieve functies die de regenten van 's-Hertogenbosch onderling verdeelden, en voor het jaar 1757 werd hij aangesteld als politierentmeester.14 Hij overleed echter, waarschijnlijk plotseling, aan het begin van zijn ambtstermijn, waarop zijn zoon Everard door de schepenen werd aangewezen als zijn vervanger tot de administratie van het Politie comptoir over het jaar 1757.15 Bij de begrafenis van Theodorus de Marcq luidden de kerkklokken zes uur achtereen. Everhardus de Marcq trad in de voetsporen van zijn vader toen hij zich inschreef als student geneeskunde, echter niet in Utrecht zoals zijn vader, maar aan de universiteit van Leiden,16 waar de meeste Brabantse medici werden opgeleid.17 In 1751 promoveerde hij tot M.D. op de dissertatie de Melancholia. In 1756 trouwde hij in Oirschot met juffrouw Sabina Agneta Orizandt, de dochter van de schout van Klundert. Zij erfden van De Marcq sr. een derde deel van het pand de Hof van Zevenbergen in de Keizerstraat in 's-Hertogenbosch. Het middeleeuwse stadspaleis ontleent zijn naam aan de eerste eigenaar, Cornelis de Glymes, heer van Zevenbergen.18 Volgens de kroniek van Cuperinus logeerde in 1515 die nieuwe prinche, hartoch Karel, de latere keizer Karel V, in het huis, dat later in drie delen gesplitst werd.19 Everardus de Marcq20 kocht in 1759 het meest oostelijke deel.21 Net als zijn vader praktiseerde Everhardus de Marcq als geneesheer in 's-Hertogenbosch totdat hij in 1761 letterlijk zijn fortuin op het spel zette. In zijn huis bedreigde hij toen een van zijn patiënten met de dood en molesteerde hem.22 De aanslag mislukte en de geneesheer sloeg op vlucht. Bij verstek veroordeeldWat gebeurde er precies? Tot zover kan de aanslag gereconstrueerd worden: op de avond van 10 februari 1761 nodigde dokter De Marcq luitenant Jan Jacob Esscher in het lokaal de Hollandse Tuijn uit om bij hem thuis nog wat te drinken. Nadat de dokter zijn knecht naar bed had gestuurd viel hij de militair aan met pistool en bajonet onder het uitroepen van de woorden: 'Ha traiteur, nu heb ik u.' De luitenant raakte gewond en dokter de Marcq vluchtte het huis uit, om pas later die nacht met assistentie terug te keren. Esscher had toen het huis al verlaten, en de plas bloed op de bovenkamer was door de knecht opgedweild.23 Midden in de nacht kondigde de dokter aan dat hij naar tante ging, en dat is het laatste wat van hem gehoord werd. Als de hoogschout de volgende dag vraagt bij de schepenen om een decreet van apprehensie (arrestatiebevel), is Everard de Marcq Den Bosch al ontvlucht.Er werd bij edict tegen dokter Everardus de Marcq geprocedeerd en beslag gelegd op al zijn bezittingen.24 In juni 1761 werd een inventaris opgemaakt van alle roerende en onroerende goederen.25 De gehele boedel, waaronder de bibliotheek met rariteiten en andere bijvallen, werd bij opbod verkocht. Uiteindelijk veroordeelde de schepenbank De Marcq bij verstek tot verbanning wegens getenteerde doodslag verseld van horribele omstandigheden aan den persoon van den Lieutenant Esscher.26 De Marcq vestigde zich, gevolgd door zijn vrouw en kind, in het buitenland, mogelijk te Kleef.27 Na zijn dood ging zijn echtgenote Sabina Agneta Orizandt hier in 1771 in ondertrouw met Abraham Musquetier. Rijke boedelVader en zoon De Marcq behoorden tot het zelfbewuste, protestantse establishment van 's-Hertogenbosch.28 De maatschappelijke bovenlaag vormde in deze tijd het grootste deel van het lezerspubliek,29 al trad in de loop van de achttiende eeuw daarin wel een verschuiving op.30 De inventaris van de boedel van Everhardus de Marcq beslaat ruim honderd pagina's in het notarieel archief van 's-Hertogenbosch en biedt een boeiende kijk op de leefomstandigheden van de Bossche elite in de tweede helft van de achttiende eeuw. Volgens de inventaris die ook de Kleederen en lijftoebehoorten van De Marcq beschrijft, ging hij gekleed volgens de Franse mode: in getailleerde jasjes en met een gepoederde pruik op het hoofd.31Verder geeft de inventaris een beeld van de grote welstand van de familie. Goud-, zilver-, aarde-, tin-, koper- en ijzerwerk, schilderijen (36 stuks), rijtuigen en wapens, zeshonderd flessen Franse wijn en negen flessen moezelwijn en nog veel meer: ze zijn nauwgezet geïnventariseerd. Ook de praktijkruimte van de dokter, met huisapotheek, wordt beschreven, maar het | 2 | ||||||
meeste indruk maakt toch de inventaris van de bibliotheek.32 De in totaal 695 boektitels die in de inventaris staan vermeld, in totaal bestaande uit 916 boekdelen, vormen een uitzonderlijk grote collectie. Ter illustratie: in slechts 4% van de Haagse boedelinventarissen in de achttiende eeuw is het boekenbezit groter dan 15 boeken.33 In Bossche huishoudens met boekenbezit bedraagt de omvang aan het begin van de achttiende eeuw gemiddeld 30, en aan het einde 50 boektitels.34 De bibliotheek van De Marcq beslaat ongetwijfeld een groot deel van de Boeke kamer op de eerste verdieping van het Hof van Zevenbergen.35 Onder het Hout- Werck en Grove meubelen etc. in de inventaris worden geen boekenkasten aangetroffen, zodat de boeken waarschijnlijk op planken, al dan niet voorzien van panelen, en in kasten en kabinetten zijn opgeslagen. Van een keurige bibliotheek, met honderden boeken netjes op een rij, is geen sprake. ErfenissenHet intellectuele leven in Den Bosch en de Meierij was ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlanden bescheiden, zowel in vergelijking met de Hollandse steden in het noorden, als met de Brabantse steden in het zuiden.36 Ondanks het feit dat 's-Hertogenbosch al in de vijftiende eeuw een bloeiende boekbedrijfstak had, is de belangstelling voor het boek in de Meierij niet groot, in tegenstelling tot in de Noordelijke provincies.37 De boekdrukkers en -verkopers, uitsluitend gevestigd in de stad Den Bosch, richtten zich vooral op de kleine markt van bestuurders, notabelen, (katholieke) geestelijkheid en plaatselijke onderwijsinstellingen.38 Het is overigens onwaarschijnlijk dat dokter De Marcq zelf veel van zijn boeken bij de Bossche boekhandels heeft aangeschaft. De samenstelling van zijn collectie doet vermoeden dat hij ook veel boeken heeft geërfd: van zijn vader, zijn grootvader en zelfs zijn overgroot- | 3 | ||||||
vader. Zo lijkt Het oude Goudsche Kronijxken uit 1663 (formaat quarto, met Plaaten) een boek dat afkomstig is uit de Franse kostschool in Gouda, evenals bijvoorbeeld de Institutiones Linguae Grecae van Nicolas Cleijnaerts uit 1642, (een boek dat nog tot de negentiende eeuw als leerboek werd gebruikt). Ook andere leerboeken over geschiedenis, wiskunde en taalkunde kunnen afkomstig zijn uit de voormalige kostscholen van de familie De Marcq. Van vader Theodorus zijn, behalve natuurlijk een groot aantal geneeskundige boeken, een stuk of wat documenten die betrekking hebben op diens bestuurlijke functies, zoals de Costuijmen van s'Bosch met wit Papier doorschoten en Aantekeningen, uit 1684, de Ordonantie op 't Kleijn Zegel uit 1744, en jaargangen van de Algemene Duijtsche Rijks en Nederlandse Post-boode. Het Tractaat van de Hollandsche leenen van de beroemde rechtsgeleerde Pieter Bort komt mogelijk uit de nalatenschap van 's dokters oom, Mr Jean de Marcq (die vóór zijn benoeming als drossaard in Oirschot fungeerde als advocaat bij het Hof van Utrecht). Datzelfde kan gelden voor de Inleiding in de Hollandsche Regtsgeleerdheid van Hugo de Groot (uit 1664) en andere juridische boeken. Bij 487 titels wordt de schrijver (of soms de vertaler) vermeld, bij ruim driekwart van de bijna 700 titels is de plaats waar het boek gedrukt werd in de inventaris opgenomen. Het grootste deel van de boeken komt van Nederlandse drukkers uit zo verschillende steden. Vooral Amsterdam en Leiden leveren een belangrijk deel daarvan met 143 respectievelijk 101 titels, maar ook Den Haag en Rotterdam keren regelmatig terug, met 43 resp. 21 titels. Buitengewoon opvallend is het kleine aantal boeken dat in Staats-Brabant is gedrukt: twee in 's-Hertogenbosch (Officium Medici Coram Algris) van Johann Lucas Eltzman, geneesheer te Den Bosch, uit 1743, en De Vrouwelijke Cartouche, een fictief reisverhaal van Franciscus Lievens Kersteman uit 1756, en één in Breda (Collectanea Terapeutica de pleuridite, een verzameling verhandelingen over de behandeling van | 4 | ||||||
pleuritis, uit 1691). Behalve uit de Republiek komen in de bibliotheek boeken voor uit Duitsland (68 stuks), Frankrijk (42), de Zuidelijke Nederlanden (24), Zwitserland, Engeland en Italië. Meer dan de helft van alle boeken in de bibliotheek van De Marcq is in het Latijn, dat eeuwenlang de taal van de wetenschap is geweest.39 204 titels (bijna 30%) zijn in het Nederlands, gevolgd door het Frans met 123 titels. Enkele boeken (met name jongere titels) zijn in het Duits, Italiaans, Grieks en Engels. Van 587 titels is het jaar van uitgave bekend. 17 titels dateren van vóór het jaar 1600. De oudste twee zijn gedrukt in 1521. Het gaat om Enchiridion Titulorum aliquod Iuris (Handboekje met rechtstermen) en Medicinalium observationum Exempla rara (Zeldzame voorbeelden van geneeskundige waarnemingen) van Rembert Dodoens, of: Dodonaius (circa 1517-1585), een Brabantse plantkundige en arts, en hoogleraar te Leiden, gedrukt in Harderwijk. De Quinta Essentia (De vijf elementen), een alchemistische verhandeling van de Spanjaard Raymundus Lullus (1232-1315), stamt uit 1541. Het grootste deel van de bibliotheek (circa 55%) is gedrukt in de zeventiende eeuw. Het jongste boek in de collectie is Het leven van den Grave van Bruhl uit 1761.40 De drukinkt was waarschijnlijk nog nat toen dokter De Marcq 's-Hertogenbosch ontvluchtte. Uitgebreide titelsDe inventaris van de boekenverzameling van dokter Everhardus de Marcq is minutieus beschreven. Toch is het identificeren van alle boektitels nier altijd eenvou-dig. Schrijvers en drukkers putten zich tot in de acht-tiende eeuw uit in her bedenken van zeer uitgebreide titels, die in de inventaris slechts gedeeltelijk werden overgenomen. Zo luidt de titel Het leven van den Ridder de Hal (Kersteman, Den Haag, 175 6) voluit: Het Leeven van den berugten partyganger Ridder de Vial, wegens zyne gepleegde wanbediyven openbaarelyk te Breda onthalst.' Zynde een Historie vol van verbaazende Gevallen, onge-hoorde Wreetheden, en gedenkwaardige Zaaken voor-gevallen in den laatsten Oorlog, geduurende den Tyd welken die Ridder de Republicq gediend heeft. En de volledige titel van Matrosen Gezondheid (Den Haag, 1756) van de chirurgijn Abraham Leenderts Vos alias Vrolingh luidt: Der matroosen ghesondtheydt, ofte De goede dispositie der zee-varende ende alle andere lie-den: waar in ghehandelt wordt, nevens ander sieckten, den matroosen ghemeen ende oock alle menschen: vanden aerdt, nature en eyghenschap des scheurbuycks: anders schimmelsieckte ghenaemt. Van haer name, oospronck, wesen ende curae /door Abraham Lenertsz Vrolingh, ver-meerdert met Putmans man uael- ofpestboeck-je.CartesianismeIn een gemiddelde bibliotheek uit de achttiende eeuw vormden theologische, klassieke en historische lectuur, samen met vakliteratuur, de hoofdmoot.41 Dat geldt ook voor de collectie van Everhardus de Marcq, ofschoon de verhouding tussen functionele en algemene lectuur afwijkt van het normale patroon: in de Bossche boekencollecties is het aandeel functionele lectuur aan het einde van de achttiende eeuw gemiddeld eenderde, in de bibliotheek van De Marcq is dat juist tweederde.42 De diversiteit in onderwerpen, herkomst, ouderdom en taal van het totale boekenbezit van dokter Everhardus de Marcq is groot. Het gedachtengoed van de Verlichting, de belangrijkste filosofische stroming in de achttiende eeuw, blijkt echter zeer aanwezig. Werken van vertegenwoordigers zoals de Fransman René Descartes (1596-1650) en de Franse filosoof Pierre Bayle (1647-1706) zijn ook te vinden in de boekencollectie van dokter De Marcq.Descartes' invloed strekt zich veel verder uit dan de kring van de aanhangers van zijn filosofie. Zijn werk is van grote betekenis geweest voor de uitbouw van de | 5 | ||||||
filosofie als onafhankelijke wetenschap, die weer grote invloed had op de ontwikkeling van de natuurwetenschap en de geneeskunde. Vooral op universiteit van Utrecht werd het Cartesianisme ver doorgevoerd. Artsen dienden hier zelf te experimenteren, in plaats van dogma's aan te hangen. Het gevolg was een enorme ontwikkeling op het gebied van onderzoek naar anatomie, chirurgie, interne geneeskunde en andere medische disciplines. Theodorus de Marcq volgde zijn medische opleiding in Utrecht; zijn zoon volgde die echter aan de universiteit van Leiden, die nog een sterk theoretisch karakter had en veelal de klassieke geneeskunde doceerde.43 De belangrijkste geschriften van René Descartes ontbreken niet, zoals Bedenkinge der Wijs-begeerte en Beginzelen der Wijs-begeerte (Amsterdam, 1690), en Brieven aan veele Hoog-geagte personen, handelende over verschijde stoffen, evenals belangrijke bijdragen aan de filosofie van aanhangers. Zo is het boek Iter per mundum Cartesii (Reis door de wereld van Descartes) van G.S. Daniel uit 1694 ook te vinden, net als boeken van Antoine le Grand, Wolfert Senguerdius, Gerard Gutschoven, Dirck Rembrandts van Nierop en Henry de Roij, de eerste Cartesiaanse hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht. Een belangrijk boek dat ontbreekt in de bibliotheek is de Philosophiae Naturalis Principia Mathematica (Wiskundige beginselen van de natuurfilosofie), de basis van de klassieke natuurkunde, van Isaac Newton uit 1687, ofschoon de filosofie van Newton in veel van de natuurwetenschappelijke boeken is terug te vinden. Het bezit van een uitgebreide bibliotheek is niet verwonderlijk bij de aanhangers van de Cartesiaanse filosofie. Descartes zelf vond dat 'het lezen van alle goede boeken gelijkstaat aan een gesprek met de nobelste mannen van voorbije eeuwen die ze hebben geschreven, of zelfs een geleerde conversatie waarin ze ons hun beste ideeën onthullen.'44 Veel boektitels uit De Marcqs collectie kunnen worden getraceerd, bijvoorbeeld via de catalogi van wetenschappelijke bibliotheken of bij antiquarische boekhandels op internet. Slechts van een beperkt aantal kon ik geen onderwerp achterhalen. GeneeskundeZoals te verwachten was geneeskunde het belangrijkste onderwerp in de bibliotheek van de Bossche stadsgeneesheer. Bijna een derde deel van de boekencollectie bestaat uit medische werken. Het zijn veel standaardwerken uit de zeventiende en achttiende eeuw, maar ook specialistische studies over verschillende ziektes of disciplines. | 6 | ||||||
Onder de algemene geneeskundige boeken bevinden zich veel Opera of Opuscula Omnia van bekende artsen als Jean Fernel (alias Fernellius, 1497-1558), André du Laurens (1558-1609), Franciscus de la Boë Sylvius (1614-1672), Frederik Ruijsch (1638-1731), Thomas Sydenham (1624-1689), en Bernhard Weiss (alias Albinus, 1653-1721), maar ook de Observationes medicae van Nicolaas Tulp (bekend van het schilderij van Rembrandt). En natuurlijk ontbreekt ook de beroemdste Nederlandse arts van zijn tijd niet in de inventaris: van Herman Boerhaave (1668-1738) komen maar liefst acht titels voor in de catalogus. Onder de folio's bevindt zich De Causis morborum (Over de oorzaken van ziekten) van de Griek Aretaeus van Cappadocië (tweede eeuw na Chr.), uitgegeven in het Frans in Leiden in 1735. En van de Bossche arts Frederik Deckers (1644-1720), een leerling van de la Boë Sylvius, en geneesheer en hoogleraar te Leiden, is er Exercitationes medicae, in een editie uit Leiden van 1673. De aanwezigheid van titels over en van de Griekse arts Hippocrates (circa 460-377 v. Chr.) mag niet verwonderen: de grondlegger van de geneeskunde verklaarde ziekten als eerste in de geschiedenis uit natuurlijke oorzaken. De Aphorismi (Uitspraken) van Hippocrates zijn in verschillende versies aanwezig, evenals Magnis Hippocratis Opera Omnia, een uitgave in twee delen uit Leiden in 1665. Dat opvallend veel titels gaan over anatomie is in een 'Cartesiaanse' bibliotheek ook niet verwonderlijk. Onder de folio-uitgaven zijn werken te vinden van Marcello Malpighi (1628-1694) en het standaardwerk Mijographia Nova (een grafische beschrijving van alle spieren in het lichaam) van de Schotse anatoom John Browne (1642-circa 1702). Maar ook standaardwerken van Bartholomeo Eustaci (circa 1500-1574), Thomas Willis (1621-1675) en Raymond Vieussens (1641-1715), veelal geïllustreerd, kon de dokter in zijn bibliotheek naslaan. Boeken over chirurgie zijn er van Wilhelm Fabri (ook: Fabricius Hildanus, 1560-1634) en van Johann Dolëus (1651-1707), maar ook de Opera omnia medica et chirurgica van de bekende Nederlandse arts Paul Barbette, dat werd vertaald in het Engels, Frans, Duits en Italiaans. En Konst-kamer der Chirurgie van Stefan Blankaarts (1650-1702) en Manuale Operatiën van Hendrik van Deventer (1651-1724). Verschillende titels waarin moderne chirurgische ontwikkelingen worden beschreven komen uit Parijs, zoals Nouveau Traité des Instruments de chirurgie (1727), en de Memoires de l'Academie royale de Chirurgie (9 delen met illustraties; 1713). Onder de titels over farmacie verschillende beschrijvingen van de apotheken van steden als Amsterdam, Leiden en Den Haag, maar ook het beroemde Medecynboeck van Karel Baten of Carolus Battus (1540-1617), uit 1593.45 Van de Poolse edelman, militair en arts Janus Abraham ah Gehema (1648-1715) is Over de Grouwelijke Medicijnsche Moord-middelen. De Opera Omnia Medico Chijmica (II Tomi 4 Vol) van Theophrastus van Eresus (371-287 v. Chr.), een leerling van Aristoteles, werden in 1603 gedrukt. Het tot dan enig bekende werk over arbeidsgeneeskunde is De morbis artificium diatriba (Ziekten van kunstenaars en ambachtslieden) van de Italiaan Bernardo Ramazinni (1633-1714). Over gynaecologie gaan boeken van onder andere Jan Palfijn (1650-1730), uitvinder van de verlostang, en Hendrik van Deventer. Een Korte verhandeling van het | 7 | ||||||
voortteeling en het kinderbaaren (met platen) werd in 1681 in Rotterdam gedrukt. Van Joannes Varandaeus is De Affectibus Mulierum (Behandeling van vrouwenziekten). De Bossche dames waren kennelijk bij dokter De Marcq in goede handen.
Het beroemde Adengraphia (Beschrijving van de klieren) van Wharton, en de Historiae Apoplecticorum (Geschiedenis van de beroerte) van Wepfer behandelen de interne geneeskunde. In deze categorie ook boeken over verschillende aandoeningen, zoals scheurbuik (De Scorbuto van Severus Eugalenus) en koortsen (zoals Idea Febris Petechialis van Laurentius Donckers). Observationes de Febribus van Paul Gottlieb Werlhof, (1699-1767), behandelt buikloop, kinderpokken en mazelen. Over neurologie gaan De Usu Cerebri van Hofmann uit 5639 en Pathologia Cerebri van Bartholomeus de Moor (1629-1724), hoogleraar in de medicijnen te Harderwijk. Een aantal titels in de medische boekencollectie van dr De Marcq ondergebracht kan worden onder de noemer psychiatrie, zoals De spectris Lemuribus (over het aanschouwen van geesten) van de Zwitserse prediker Ludwig Lavater (Ticurinus, 5527-1586) en De Praestigiis Daemonum et Incantatiponibus Ac Veneficiis (Bedriegerijen van de duivel, betoveringen en vergiftigingen) van de Brabantse arts Jan Wier, of Wierus (1515?-1585).46 In het baanbrekende boek benadert de schrijver bezetenheid vanuit een medisch standpunt; hij beschouwt de bezetene als patiënt.47NatuurwetenschappenEen groot deel van de bibliotheek (107 titels) van dokter de Marcq is ingeruimd voor natuurwetenschappen: natuurkunde, scheikunde, biologie, maar ook bijvoorbeeld wiskunde en geologie. Onder de titels over natuurkunde van dokter De Marcq bevinden zich vooral boeken van Robert Boyle (1627-1691) en Christiaan Huygens (1629-1695). Ook boeken van de Leidse hoogleraar Wolfert Senguerdius (1646-1724), een aanhanger van Descartes, de essays over staalbreking van Nicolaas Hartsoeker (1656-1725), uitvinder van de Hartsoekermicroscoop, en de Wetten en werken der natuur van de Franse jezuïet père Noël Regnault (1683-1762), die de denkbeelden van Descartes toepaste op de Natuurkunde, komen in de lijst voor.De boeken over biologie dateren voor het grote deel uit de achttiende eeuw. Meer dan de helft is in Nederland gedrukt. Van Antony van Leeuwenhoek is de Ondervinding en Beschouwing der Onzigtbare en geschapene Waarheden uit 1684. De monografie van de Vlaamse priester en paddestoelkenner Franciscus van Sterbeeck (1630-1693) over de zogeheten Kampernoelje (een eetbare paddestoel) geldt nog steeds als standaardwerk, evenals de Historiae Insectorum Generalis van Jan van Swammerdam (1637-1680). De Instruction pour les jardins fruitiers et potagers van Jean-Baptist de la Quintinie (1624-1688), een beroemd Frans tuinman en landbouwkundige uit de zeventiende eeuw, wordt in onze tijd nog steeds herdrukt. Mogelijk was een lid van de familie De Marcq een fervent tuinman, want ook Oeffening der Vrugtboomen van Joannes Commelin (1648-1733) en de Nieuwe Nederlandsche Hovenier (Leiden, 1713) worden in de collectie aangetroffen. Van de Duitse jezuïet Athanasius Kircher (1602-1680) zijn drie verhandelingen over geologie, met als onderwerpen magnetisme, de onderaardse wereld en licht en donker. Natuurlijk ontbreekt de wiskundige titel Elementa Matheseos van de Bosschenaar Willem Jacob 's-Gravesande (1688-1742) niet in de lijst.48 's-Gravesan- | 8 | ||||||
de, de zoon van de ontvanger-generaal der beurzen en geestelijke goederen van de prins van Oranje, was jurist, natuurkundige, wiskundige en filosoof, en een bekende en aanhanger van Isaac Newton, die de Cartesiaanse filosofie toepaste op de wiskunde en natuurkunde.49 Van 's-Gravesande zijn overigens ook twee filosofische boeken, Introductio ad Philosophiam en Institutiones Philosophia Newtonianae, en een natuurkundig boek, Physica uit 1720, in de bibliotheek aanwezig. Over techniek gaan een Traité de Horolographie, en de eerste druk van het standaardwerk Scheeps Bouw-konst van Cornelis van IJk uit 1697.AlchemieEen aparte categorie vormen de titels over chemie. De Arabis Chimica van Geber, (de gelatiniseerde naam van de Arabische chemicus Abu Musa Dschabir ibn Hayyan (circa 721-circa 815)), de 'vader van de chemie', komt voor in een Leidse editie uit 1668. Tot in de achttiende eeuw is de scheidslijn tussen scheikunde en alchemie moeilijk te trekken. Alchemie is eigenlijk de periode uit de geschiedenis van de scheikunde waarin getracht werd door middel van transmutatie (de veredeling van metalen) een universeel geneesmiddel te bereiden. Volgens de theorie was het belangrijkste hulpmiddel de Steen der Wijzen (lapis philosophorum). Feitelijk waren veel alchemisten wegbereiders van de filosofie van de Verlichting. 'De hoogste betekenis van alchemie is de wetenschap dat alles in alles is,' aldus T. Burckhardt.50 Veel van de boeken over chemie van toen zijn van bekende alchemisten, zoals Johann Rudolph Glauber (1604-1670), Nicolas Guibert en van Jean Baptiste van Helmont (1577-1644), die steevast geloofde in de steen der wijzen. Van de hand van graaf Bernardus von der Marck is ook een boek, over diezelfde steen der wijzen. Op het gebied van alchemie c.q. esoterie zijn in ieder geval diverse titels te vinden in de inventaris van De Marcq.De Disquisitio Magiae (Onderzoek naar de magie) van de Antwerpse jezuïet Martin Antonio Del Rio (1551-1608) behoort ook tot die categorie. De schrijver van de satire De Incertitudine et vanitate Scientiarum (Over de onzekerheid en ijdelheid van de wetenschap), de Duitse geleerde, jurist en arts Henricus Cornelius Agrippa (1486-1535) wordt tegenwoordig vooral beschouwd als christelijk kabbalist. De kabbala is een van oorsprong mystieke leer. Beoefenaren claimen onder meer een dieper inzicht in de werken van God. Algemeen wordt aangenomen dat de kabbala en een van de takken van de vrijmetselarij, die in de achttiende eeuw ook in Nederland opkwam, met elkaar in verband staan. De brede belangstelling van de De Marcqs blijkt ook uit de verzameling werken over filosofie van schrijvers als Macchiavelli, Erasmus, 's-Gravesande en ook Robert Fludd (1574-1637), een Engelse arts, mysticus en alchemist. Van zijn hand is overigens ook te vinden een Medicina Catholica (Algemene geneeskunde). ReligieUit de 39 boeken over religie blijkt dat dokter De Marcq, of zijn familie, een brede belangstelling had die zich niet strikt tot de eigen geloofsrichting beperkte. Zo zijn er in de inventaris drie boeken van de contrareformator Robertus Bellarminus (1542-1621), heilige en kerkleraar, rooms-katholiek theoloog en hoogleraar in Leuven, en twee van Jeremias Drexel (1581-1638), Duits theoloog, een tot het katholicisme bekeerde lutheraan en eveneens contrareformant. En natuurlijk is er een (Franse vertaling van) De Imitatione Christi (Navolging van Christus) van Thomas a Kempis, en de Kern van de Christelijke leere van de Nederlandse predikant Aegidius Franken (1676-1743). Er zijn bijbels, gebedenboeken en een avondmaalboekje. Er is ook de Oratio van de bekende Bossche protestant Hendrik Agylaeus (1532-1595), een van de eerste gereformeerde leiders in de Brabantse hoofdstad.51 Willem Baudartius (1565-1640), predikant in Zutphen, schreef de Gedenckwaardige Spreuken. (De volledige titel daarvan luidt: Apophthegmata Christiana, ofte gedenckweerdige, leer zame en aerdige spreucken van vele en verscheidene christelycke en christen-gelycke personen gesproken; in 17 Boecken onderscheyden,'na den tydt, in welcke de personen, welcker spreucken hier verhaelt worden, geleefd hebben. Alles uit vele Gheloofweerdige Schribenten, met grooten vlyt versamelt tot dienst aller menschen, van wat staet dat zy wesen mogen, in druck verveerdigt, en met vele schoone leersame Historien verryckt. Twee boeken op dit gebied zijn van Gijsbertus van Isendoorn (1601-1657), hoogleraar in de wijsbegeerte in Harderwijk en Deventer.Het tekent de brede belangstelling van de familie De Marcq dat er ook een editie van de Koran te vinden is: Mahomets Alcoran (de Koran van Mohammed) in een Leidse editie uit 1734, vertaald in het Frans door André du Ryer. Het gaat om de tweede westerse vertaling van de Koran uit 1647.52 GeschiedenisDe bibliotheek van dokter De Marcq biedt een buitengewoon brede blik op de mens en maatschappij van zijn tijd. In de inventaris verschillende edities van de Europische Mercurius, de Nieuwe Engelsche Spectator, de Algemene Spectator en de Hollandsche Spectator van | 9 | ||||||
de Bosschenaar Justus van Effen, een van de 'wegbereiders van de Nederlandse Verlichting'.53 Van Effen, geboren in Utrecht, jurist en diplomaat, vestigde zich in Den Bosch na zijn benoeming tot kommies bij 's lands magazijnen van oorlog. Hij schreef, aanvankelijk in het Frans, allerlei geschriften over godsdienst, deugd en goede zeden, en vertaalde (ook in het Frans) onder andere Robinson Crusoë en de Engelsche Spectator. Op 20 augustus 1731 verscheen in Amsterdam de eerste editie van de Hollandsche Spectator, de laatste verscheen op 8 april 1735, in totaal 360 betogen in briefvorm, twaalf deeltjes in zes banden. Van Effen was bevriend met van Swieten en met 's-Gravesande, en overleed in Den Bosch op 18 september 1735.54 In de bibliotheek van dokter De Marcq bevinden zich 5 delen van de Hollandsche Spectator. Zeven titels gaan over het recht, waaronder de al genoemde Inleijding tot de Hollandsche Regtsgeleerdheid van Hugo de Groot, Roomsch Hollands-Regt van mr Simon van Leeuwen (1625-1682), en het eerder genoemde Enchiridion Titulorum aliquod Iuris (handboekje met rechtstermen). Er zijn een aantal boeken over de Nederlandse handel, zoals Den Hollandsche koophandel in alle gewesten des werelts, De schrandere hollandsche Koophandelaar en het Verhaal van de West Indische Compagnie. Een groot aantal boeken (70 titels) gaat over geschiedenis, mogelijk zijn die eveneens een erfenis uit de Franse kostscholen van De Marcqs familie. Er zijn in deze categorie drie hoofdthema's: de klassieke oudheid, de Franse geschiedenis (vooral gerelateerd aan de reformatie), en Nederlandse geschiedenis. In de laatste groep vallen bijvoorbeeld de Beschrijving van Amsterdam van Olfert Dapper (circa 1635-1689), Aloude Hollandsche Historiën van Mr. Gerard van Loon (1683-1758), en de Korte beschrijving der Antiquiteiten van Vriesland van Johann Picardt (1600-1670), Nederlands historicus, tevens medicus en luthers predikant. Franse geschiedenisboeken zijn bijvoorbeeld Histoire du siècle de Louis XIV, Suite de Histoire en Abrége' de l'historie universelle, alledrie van Voltaire.55 Ook blijkt uit de boekencollectie belangstelling voor de geschiedenis van andere landen, met titels als het uit het Latijn vertaalde Verheerlijkt Vlaanderen, het magnum opus van Antoon Sanders (1586-1664) en Chronique d'Angleterre van Nathan Ben Sadi, het pseudoniem van de Engelse boekverkoper en schrijver Robert Dodsley (1703-1764). Tenslotte is er ook belangstelling voor de Italiaanse (pauselijke) geschiedenis, zoals blijkt uit de Levens van Paus Alexander VI en sijn soon Caesar Borgia van Alexander Gordon, en De Rampzalige verheffing van den huize van Medicis. Een aantal titels zijn van Flavius Josephus, een van de meest gelezen klassieke Romeinse schrijvers in de achttiende eeuw.56 Opvallend als buitenbeentje in de categorie geschiedenis is de folio-uitgave uit 1710 van Italia Familia van de beroemde Duitse genealoog Jacob Wilhelm Imhoff (1651-1728). Er zijn ook nog twee boeken over heraldiek: een Armorial Universel in folio, uit Parijs (1660), en een Hoogduijts Wapen-boek (5 Deelen). De boeken over aardrijkskunde beschrijven uiteen-lopende landen en culturen als China (Toneel van China, de vertaling van het boek China Monumentis van de eerdergenoemde Kircher), Italië (Reijze door Italiën van François Maximilien Misson (circa 1650-1722), Afrika (Beschrijving van Africa van Leo Africanus57), het Zuijdlant (met Plaaten), Oostenrijk, Suriname (Beschrijvinge van de Volk-plantinge Zuriname van J.D. Herlein, een van de eerste boeken over het land) en Schotland (Levenswijze der Bergschotten en Hooglanders). Er zijn verschillende atlassen, waaronder het Nieuw Nederlandtsch Caertboeck. Waer in volkomentlijcker als oyt te voren vertoont werden de XVII Nederlanden, soo in 't | 10 | ||||||
geheel, als elck besonder met grote neersticheyt ende kosten gesneden en in 't licht gebracht van Abraham Goos (circa 1590-1643). En onder de folio's bevindt zich ook de Ura-nometria, de sterrenatlas van Johann Bayer (1572-1625), gedrukt in Ulm in 1666. Elementale Cosmographicum (Grondbeginselen van de kosmografie) dateert uit 1551. Onder de boeken over taalkunde zijn veel woordenboeken, zoals A New Dictionarj Frensch and Englisch with another Englisch and Frensch uit 1679, Dictionanium Teutonico-Latinum uit 1614 en Dictionaire Italien et Francois uit 1699. Veel taalmethoden in de bibliotheek zullen oorspronkelijk gedoceerd zijn in de Franse kostscholen, zoals Koninglijke Methode om Fransch te leeren van Bartel Pilat en Linguae Graecae Rudimenta van Gerardus Johannes Vossius (1577-1649).Kunst en literatuurLiteratuur is ruim vertegenwoordigd met 91 werken van Cicero, Horatius en Petronius tot de la Fontaine, Voltaire en Vondel, maar ook meer lichtere lectuur als Roem-trompet der Vrouwen, of Lof-bazuin der Stiefmoeders van Dirk Bakker en De vermakelijkheden des Huwelijks van Hieronymus Sweerts.Een schrijver die opvallend genoeg in de bibliotheek ontbreekt is Jacob Cats, in de achttiende eeuw toch de meest voorkomende schrijver in boekencollecties.58 De inventaris noemt verder toneelstukken, zoals Standvastige Isabella van Leonard de Fuijter (1622-1655) en Bérénice van Jean Racine (1639-1699). Opvallend is een groot aantal dichtbundels, sommigen anoniem, zoals Bloemkrans van Verscheide gedigten en Klioos kraam van verscheide Gedigten. Jetske Reinou van der Malen (1681-1752) is voorzover bekend de enige vrouwelijke auteur in de hele collectie. Haar Zede-, Mengel- en Lijkgedichten verscheen in 1728. Van jonkheer Willem van Haren (1710-1768), zijn Verscheide Gedigten, gedrukt in Den Haag in 1757, en een folio-uitgave van de Versameling van Gedichten van voor en tegen. Van Haren, geboren te Leeuwarden en overleden op kasteel Henkenshage te Sint-Oedenrode, was schout van Peelland. Hij pleegde, na een ongelukkig huwelijk, beschuldiging van corruptie en een pachtersoproer, zelfmoord.59 De verzameling bevat ook vertalingen, zoals van Lucianus van Samosata door Nicolas Perrot d'Ablancourt (1606-1664), maar ook Duyzend en eene Nagt Arabische Vertellingen, een Amsterdamse uitgave uit 1755. Onder de kunstboeken van De Marcq bevonden zich Hondert namen in folio, 't Doolhof te Versailles en Pronkbeelden der Vorsten en Vrede handelaars in een Rotterdamse editie uit 1697. Uit Genève komt een prentenboek met Icones Doctorum Virorum (Prenten van geleerden). Seven musiecq-boeken zijn helaas niet nader beschreven. Van Simon Lefèvre, zangmeester te Amsterdam is er de partituur Davids Harp-zangen. Musiceren in huiselijke kring kwam alleen in de hoge kringen voor. In de inventaris van de dokter bevindt zich een Claver-cimbel met drie Registers, zijnde een staartstuk:60 waarschijnlijk werd in huize De Marcq dus ook muziek gemaakt. Resten nog vier boeken die zich niet in een duidelijke categorie laten onderbrengen, zoals: Scherm-konst van een zekere J. de Lange, Tractatus de Venatione (Verhandeling over de jacht) van Stephani, Mes Loisirs (Mijn liefhebberijen) uit 1756 en een Academie Universelle des Jeux (Leiden 1721). OpbrengstIn de inventarislijst zijn de boeken nauwgezet en bijna feilloos61 per formaat genummerd door de notaris, Pieter Dirck Santvoort, ten behoeve van de openbare verkoping in het huis van Jacobus Palier.62 Het familiebedrijf van de Paliers,63 boekdrukkers en boekverkoopers op de Markt, bevond zich aan de Bossche Markt in het huis met de naam 'De vijf localen' (voorheen 'Het gulden Lavoir').64 Bij een verbouwing van het pand in 1761 werden de vijf vocalen A.E.I.0.U. aangebracht in de kroonlijst van de gevel.65In de marge van de inventarislijst is de opbrengst van | 11 | ||||||
de verkoping genoteerd in guldens en stuivers. Drie folio-uitgaven werden om niet verklaarde redenen uit de verkoop genomen: Afbeelding van de voornaamste Historiën van het 0. en N. Testament, Alle de wercken van Flavius Josephus en het vervolg op Flavius Josephus van Jacques Christian Basnage (1684-1723), vanaf 1719 's lands geschiedschrijver. Het zijn alledrie luxe uitgaven (pikte Palier wellicht de krenten uit de pap?) Tot de meest kostbare boeken behoren de Opera Omnia van de Italiaanse arts Marcello Malpighi uit 1687, en zeven delen Saaken van Staad en Oorlog van de Nederlands diplomaat, historicus (en libertijn) Lieuwe van Aitzema (beide folioformaat) en de 19 Deelen in 9<. Franse banden van de Historische Beschrijving der Reizen uit 1747. De laatste serie bracht toen 55 gulden op. De Histoire de l'Academie Roijael des Sciences pour l'Année 1699-1706 in acht delen kostte 21 gulden. Veel boeken, vooral de kleinere formaten, werden in één aankoop verkocht, soms met vier, vijf boeken tegelijk, en vaak maar voor enkele stuivers. De oudste boeken zijn zeker niet de kostbaarste. De boekjes uit 1521 gaan met andere boeken weg voor 7 stuivers. Tegelijk met de bibliotheek worden ook de rariteiten en andere Bijvallen geveild, waaronder Insecten in Liquor, flessen met slangen, spinnen, een zeekatje, kikvorsslangen, een jonge leguaan, vliegende torren, schor-pioenen, wormen, een tweehoofdige slangen duijzend poot, colubritje, en tweemaal een fraaij Fetus Humanus, waarvan één gebalsemt, op een marmere Pedestal in een glaze kastje. De totale opbrengst van de boekenverzameling bedroeg 613 gulden en 3 stuivers. Met de rariteiten erbij leverde de verkoping bij Palier een bedrag op van 819 gulden en 7 stuivers. Veel boeken uit de bibliotheek van dokter De Marcq worden tegenwoordig nog steeds verhandeld. Een kort onderzoek op Internet levert al gauw de vraagprijs van tientallen titels uit de collectie op. Zo kost de Anatomia van Bartholomeo Eustaci (circa 1500-1574), een | 12 | ||||||
van de grondleggers van de moderne anatomie, 6000 euro. Voor het standwerk van Giovanni Domenico Santorini (1681-1737), de Observationes anatomicae, wordt 6800 euro gevraagd. De Traité des maladies des Femmes Grosses (Verhandeling over ziekten van zwangere vrouwen) van François Mauriceau (1637-1709), Frans geneesheer, meester-chirurgijn, gynaecoloog en eerste verloskundige van de kraamkliniek van Parijs moet 1300 euro kosten. En Imhoffs Italia Familia brengt tegenwoordig ruim 500 euro op. Voor De Wolf in 't Schaapsvel van Jacob Zeeus (1686-1718), Nederlands dichter en notaris te Zevenbergen, hoeft nog maar 80 euro te worden betaald.Verborgen aspectenKan men de persoonlijkheid van een boekenbezitter aflezen uit zijn boekencollectie? Die vraag keert onwillekeurig terug na het bestuderen van de inventaris van De Marcq. De inventaris intrigeert nog meer als men verder kijkt dan de persoon van dokter De Marcq, maar ook naar de levensloop van zijn familie. Onmiskenbaar gaat het hier om een familiecollectie, en wel van een familie van belezen vrijdenkers die breed geïnteresseerd waren in mens en maatschappij. Zowel gedegen standaardwerken als eigentijdse coffeetable boeken zijn erin te vinden. Toch is de bibliotheek ten tijde van dokter De Marcq niet meer up to date en zelfs enigszins verouderd. Wat dokter De Marcq zelf aanschafte uit de twintig jaar voor zijn plotselinge verdwijning, is snelle, moderne lectuur, die eerder breed dan diep is, zoals van auteurs als Kersteman, of zoals het boek over het flamboyante leven van de Graaf von Brühl. Om een hedendaagse parallel te trekken: eerder Kluun dan Bernlef. Dokter De Marcq had overigens maar weinig actuele titels op het gebied van het gereformeerde geloof. Of hij, of zijn vader, wellicht een gerecipieerd vrijmetselaar was, zoals we uit het bezit van elf vrijmetselaarsglazen - ook genoemd in de inventaris - zouden kunnen vermoeden, blijft gissen en valt in ieder geval niet te bewijzen uit zijn boekencollectie.66 Maar één specifiek boek valt wel erg op, en doet zelfs afvragen waarom hij het in zijn collectie had. Dat is het zeer zeldzame boek Copijen van Indagingen, dat gaat over de processen tijdens de vervolgingen van zogeheten sodomieten vanaf 1730.67Hier ligt misschien ook een aanknopingspunt om de plotselinge carrièrewending van dokter De Marcq te duiden. De beschrijving van de avond van de aanslag krijgt met een beetje fantasie door deze vingerwijzing een heel andere betekenis, zeker gezien de - voor die tijd in bepaalde kringen gebruikelijke - dubbelzinnige terminologie. Het blijven voor nu vermoedens. Ongetwijfeld valt er meer te achterhalen door een verder onderzoek naar het procesdossier en naar de achtergronden van het slachtoffer. Eén ding is zeker: mocht de laatste veronderstelling juist zijn, dan zeggen sommige boeken uit een collectie meer over de bezitter dan hij zelf tijdens zijn leven zou willen prijsgeven. Noten
Naschrift van de auteur: in de tekst zijn de boektitels zoveel mogelijk volgens de spelling van de inventaris geciteerd. | 13 |
Noten | |
1. | Paul Hoftijzer, 'Leesonderzoek in Nederland over de periode 1700-1850. Een staat van onderzoek', in: Theo Bijvoet (red.), Bladeren in andermans hoofd, over lezers en leescultuur (Nijmegen 1996) 166. Han Brouwer, Lezen en schrijven in de provincie. De boeken van Zwolse boekverkopers 1777-1849 (Leiden 1995) 17. |
2. | Brouwer, 22; Karin Strengers-Olde Kalter, 'De achttiende-eeuwse boekhandel in 's-Hertogenbosch', Brabants Heem 50 (1998) 91. |
3. | Jeroen Blaak, Geletterde levens, Dagelijks lezen en schrijven in de vroegmoderne tijd in Nederland, 1624-1770 (Hilversum 2004) 143. Strengers-Olde Kalter, 'De achttiende-eeuwse boekhandel in 's-Hertogenbosch', 94. |
4. | Blaak, Geleverde levens, 144. |
5. | Bijvoorbeeld: José de Kruif, Liefhebbers en gewoontelezers. Leescultuur in Den Haag in de achttiende eeuw (Zutphen 1999); Karin Strengers-Olde Kalter, 'Boeken in Bossche boedels. De belangstelling voor lectuur in de achttiende eeuw', in: Noord-Brabants Historisch Jaarboek 15 (1998), 143 e.v. De inventaris van Everhardus de Marcq valt buiten de door Strengers-Olde Kalter onderzochte periodes (1700-1730 en 1770-1800). |
6. | Strengers-Olde Kalter, 'Boeken in Bossche boedels', 147. |
7. | Paul Hoftijzer en Otto Lankborst, Drukkers, boekverkopers en lezers tijdens de Republiek. Een historiografische en bibliografische handleiding (Den Haag 2000), 168. |
8. | Blaak, Geletterde levens, 163. |
9. | Ibidem, 295. |
10. | SAMH, DTB Waalse gemeente 33. |
11. | Anton Neggers, 'De familie De Marcq en de politieke reformatie in Oirschot', Genealogisch Tijdschrift voor Oost-Brabant 22 (2007) 153. |
12. | Anton Neggers, Schelmen en Hontsvotten werck. Onderzoek naar de moord op mr Jean de Marcq, drossaard van Oirschot in 1735 (Boxtel 2007). |
13. | J. Hoeckx e.a., 'De 'stadstaat': Politiek, bestuur en rechtspraak', in: A. Vos (red.), 's-Hertogenbosch. De geschiedenis van een Brabantse stad l629-1990 (Zwolle 1990) 108. |
14. | T. Kappelhof, 'Laverend tussen Mars en Mercurius. Demografie en economie', in: Vos, 's-Hertogenbosch, 65. |
15. | SASH, OAA, nr. 1648. |
16. | H. Bots, I. Martthey en M. Meyer, Noordbrabantse studenten 1550-1750. Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland 44 (Tilburg 1979) 500. |
17. | Ibidem, 86. |
18. | A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch, alsmede hunne eigenaren of bewoners in vroeger eeuwen. Aanteekeningen uit de Bossche Schepenprotocollen loopende van 1500-1810 ('s-Hertogenbosch 1914) deel 2, 23. |
19. | 'Die Chronicke vander vermaerder ende vromer stadt van Tsertogenbosch', in: C. Hermans, Verzameling van Kronyken betrekkelijk de stad en Meijerij van 's Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch 1846) deel I, 78. |
20. | Van Sasse van Ysselt noemt hem ten onrechte Leonard de Marcq. Van Sasse van Ysselt, Voorname huizen, deel 2, 42. |
21. | Het huis werd in 1761 door mr. Willem Hendrik Pels, advocaat te 's-Hertogenbosch, als curator verkocht aan Daniel Velters, oud-schepen en raad van Den Bosch, In 1806 deed het dienst als stalhouderij. |
22. | Neggers, Schelmen en Hontsvotten werck, 91. |
23. | Sabina Agneta Orizandt meldt in april aan de Staten-Generaal dat 'de persoon, welcke vermeent wierde door des suppl. man ter dood toe gekwetst te zijn reeds sedert lange tijd grif en welvarende was en in het publiecq verscheen' (BHIC, Collectie Santvoort, nr. 11 [ongenummerd] 6-3-1761). Johan Jacob Esscher houdt in 1777 met zijn compagnie garnizoen in Namen. |
24. | SASH, Criminele dossiers 147, nr. 5. |
25. | SASH, N 's-Hertogenbosch 3312, fol. 55 e.v. |
26. | Mogelijk draagt het feit dat luitenant Esscher in 1761 dient onder de compagnie van kapitein Meijs in het regiment van de generaal-majoor Escher (zijn vader?) bij aan de zwaarte van de straf. |
27. | RHCE, R Oirschot 2474, fol. 78v. |
28. | A. van de Sande, 'Van Generaliteitsland tot gewest,' in: R. van Uytven (red.), Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden (Leuven/Zwolle) 519. |
29. | Blaak, Geletterde levens, 103. |
30. | Strengers-Olde Kalter, 'Boeken in Bossche boedels', heeft aangetoond dat aan het einde van de achttiende eeuw nog slechts eenderde van de boekbezitters behoorde tot de hogere sociale klassen. |
31. | Volgens het procesdossier was George de Bree, mr. paruijke-maker, op de ochtend van 10 februari 1761, om acht uur in zijn huis om hem te friseren. |
32. | A. van de Sande en A. Vos, 'Een verdeeld huis. Godsdienst en cultuur', in: A. Vos (red,), 's-Hertogenbosch. De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (Zwolle 1990) 136-137. |
33. | De Kruif, Liefhebbers en gewoontelezers, 98. |
34. | Strengers-Olde Kalter, 'Boeken in Bossche boedels', 149. |
35. | Dat de bibliotheek zich op de eerste verdieping bevond, blijkt uit de getuigenverklaring van Johannis Bebbeler in het procesdossier van de zaak tegen Everhardus de Marcq. Hij verklaart hierin dat 'hij comparant int midden van de nagt nog eens naer boven gegaan is, en als doen de pistoole welke door hem op de Boeke kamer gebragt waren heeft gevisiteerd.' |
36. | L. Pirenne, 'De voorgeschiedenis vanaf de opstand, 1578-1796', in: H. van den Eerenbeemt (red.), Geschiedenis van Noord-Brabant. Deel I: Traditie en modernisering 1796-1890 (Amsterdam 1996) 50. |
37. | Van de Sande en Vos, 'Een verdeeld huis. Godsdienst en cultuur', 135. |
38. | C.J.A. van den Oord, Twee eeuwen Bosch' boekbedrijf 1450-1650, Bijdragen rot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland 62 (Tilburg 1984), 378. |
39. | De teloorgang van het Latijn als lingua franca wordt ook aangetoond door Brouwer, 24, die stelt dat in 1701 nog 55% van alle in Duitsland gedrukte boeken in het Latijn was. In 1800 was dat nog maar 4%. |
40. | Heinrich von Brühl (1700-1763) was eerste minister van Saksen en berucht om zijn luxueuze levensstijl. Hij werd verantwoordelijk gehouden voor de Zevenjarige Oorlog, die Saksen bijna ruïneerde. |
41. | Blaak, Geletterde levens, 104. |
42. | Strengers-Olde Kalter, 'Boeken in Bossche boedels', 167. |
43. | Bots, Matthey en Meyer, Noordbrabantse studenten 1550-1750, 87. |
44. | '(...) que la lecture de tous les bons livres est comme une enconversation avec les plus honnêtes gens des siècles passes, qui en ont éré les auteurs, er meme une conversation etudiée en laquelle ils ne nous découvrent que les meilleures de leurs pensées'. René Descartes, Discours de la Méthode, 1637. |
45. | Het Medecynboec van Battus bevat ook het oudste Nederlandse kookboek. |
46. | Het psychiatrisch centrum van de GGZ in Tilburg draagt zijn naam. |
47. | R. van Hee, 'Johannes Wier en zijn houding tegenover Geestesziekten en heksenvervolging', Periodiek, driemaandelijks tijdschrift van het Vlaams Geneeskundigenverbond 61 (zoo6) 4. |
48. | Van de Sande en Vos, 'Een verdeeld huis. Godsdienst en cultuur', 137. |
49. | Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (Leiden 1924), deel 6, kolom 623. |
50. | T. Burckhardt, Alchemy, Science of the Cosmos, Science of the Soul (z.p. 1997) 75. |
51. | Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (Leiden 1911), deel 1, kolom 47. |
52. | De vertaling van Du Ryer werd gebruikt voor de eerste Engelse (1649) en Nederlandse vertaling (1696). De Koran werd eerder vertaald in het Latijn door Robert van Ketton in 1143. |
53. | Van de Sande en Vos, 'Een verdeeld huis. Godsdienst en cultuur', 138. |
54. | Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel I, kolom 794. |
55. | Pseudoniem voor François-Marie Arouet (1694-1778), Frans schrijver en vooraanstaand filosoof van de Verlichting. |
56. | Volgens Strengers-Olde Kalter, 'Boeken in Bossche boedels', 162, komt Flavius Josephus aan het einde van de achttiende eeuw voor in 8% van alle boekencollecties. |
57. | Jean-Leon de Medici, ook: Leo Africanus, ook: Hassan ibn Mohammed al-Wazzân (1488-1554), gekerstende mohammedaan uit Granada, beschreef in opdracht van paus Leo X (de Medici, vandaar zijn naam) het continent Afrika. |
58. | Bijvoorbeeld in Den Haag (De Kruif, Liefhebbers en gewoontelezers, 194) en Den Bosch (Strengers-Olde Kalter, 'Boeken in de Bossche boedels', 166). |
59. | A. van Oirschot (red.), Encyclopedie van Noord-Brabant (Baarn 1985) deel 2, 144. |
60. | SASH, N 's-Hertogenbosch 3312, fol. 100. |
61. | Bij de Octava en Minori forma is nummer 438 twee keer gebruikt, terwijl de eerste nummer 464 eigenlijk 463 moet zijn. |
62. | Hij werd gedoopt te 's-Hertogenbosch op 7 oktober 1737 als zoon van Hendrick Palier en Anna Geertruij Kop. |
63. | Strengers-Olde Kalter, 'De achttiende eeuwse boekhandel in 's-Hertogenbosch', 93. |
64. | Van Sasse van Ysselt, Voorname huizen, deel 2, 353. |
65. | A. Vroon, 'Hendrik Palier, drukker-uitgever en boekhandelaar', in P. Timmermans e.a. (red.), Brabantse biografieën. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noord-Brabanders 5 ('s-Hertogenbosch 1999). |
66. | SASH, N 's-Hertogenbosch 3312, fol. 108. Volgens A.J. Hanou, emeritus-hoogleraar Oudere Nederlandse Letterkunde en specialist in de vrijmetselarij in de achttiende eeuw, werden na het overlijden van een vrijmetselaar boeken over het onderwerp vrijmetselarij in zijn bezit doorgaans vernietigd. |
67. | Aldus prof. A. Hanou. De auteur is prof. Hanou erkentelijk voor zijn adviezen, net als dr. Cis van Heertuin van de Ritman Libray in Amsterdam, en de eindredactie van Brabants Heem. |
's-Bosch. Imm. Leiden 9 september 1746 (medicijnen). Promoveerde 26 maart 1751 tot M.D. op „de Melancholia”. Volgens vSvY zoon van Leonardus, wat onjuist is. Gedoopt (prot.) 4 maart 1728; zoon van Theodorus, M.D., en Catharina Adriana Buyster. Huwde in 1756 Sabina Orizandt. Blijkens de Bossche stadsrekeningen werd voor hem in 1741 of 1742 het kosterschap van de St. Jan gekocht tegen betaling van 1500 gulden ambtgeld. Vanaf 1751 geneesheer te 's-Bosch. Volgde 4 februari 1757 zij vader op als politierentmeester. Maakte zich 11 februari 1761 schuldig aan „getendeerde doodslag verseld van horribele omstandigheden aan den persoon van den Lieutenant Esscher”. Op 10 april 1761 door schepenen verbannen.ASL, 1012; BLU, V, 276; vSvY, II, 42; DTB 's-Bosch 72; Bossche Alm.; GAHer/OA-A 130, 134, 193, 195; Van Zuylen, Inv., III, 1700 | 500 |
2008 |
Anton NeggersDe bibliotheek van dokter de Marcq. Een proeve van achttiende-eeuwse belezenheid?Brabants Heem 1 (2008) 1-14 |
H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse studenten (1979) 500
P.C. Molhuijsen (e.d.), Bronnen tot de geschiedenis der Leidse Universiteit (1919-1924) V. 276
Charles de Mooij en Aart Vos, 's-Hertogenbosch binnenskamers (1999) 66, 67
G. du Rieu (ed.), Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae MDLXXV-MDCCCLXXV (1875) 1012
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) II. 42